Gerard Cools, wordt geboren te Eindhout op 29 januari 1938 als zoon van Frans Cools en Louise Verellen.
Hij loopt lagere school in Eindhout maar wordt door zijn vader, die er les gaf, na het vierde leerjaar naar het college in Geel gestuurd om daar zijn lagere school af te maken. Als onderwijzer in het vijfde leerjaar wilde vader niet dat men hem ervan zou kunnen verdenken dat hij zijn zoon bij het toekennen van punten, zou kunnen bevoordelen.
Zoals het in die tijd de gewoonte is, volgen de betere leerlingen in Geel na de lagere school de Grieks-Latijnse. Als Gerard na zijn Retorica moet kiezen in welke richting hij wil verder studeren, gaat zijn voorkeur uit naar architectuur. Zijn ouders vinden dit toch maar een risico-beroep en duwen hem in de richting van technisch ingenieur. Gerard volgt een voorbereidingscursus in de technische school in Geel en doet om zijn ouders een plezier te doen een toelatingsexamen in het Instituut De Naeyer in Mechelen. Hij slaagt niet in zijn toelatingsproef; achteraf blijkt dat hij zich opzettelijk heeft laten ‘buizen’ om zijn droom om architect te worden, te kunnen waarmaken.
Als kind al blijkt Gerard over veel tekentalent te beschikken. In zijn collegejaren zit hij in de redactie van het schoolblad en is er o.a. verantwoordelijk voor de illustraties.
Ook in de jeugdbeweging is hij heel actief en is zowel lid van de Scouts in Geel als van de KAJ in Eindhout waar hij in de leiding zit en meerdere kampen organiseert en leidt. Hij speelt gitaar, kan mooi zingen en treedt regelmatig op tijdens bonte avonden en bij het kampvuur.
In 1955 vat Gerard zijn studies aan in de befaamde architectuurschool Sint-Lucas in Brussel. Het eerste jaar verblijft hij bij vrienden van zijn ouders. Dat blijkt geen succes te zijn, al slaagt hij vlot in zijn eerste jaar. Vanaf het tweede jaar gaat hij op kot en proeft uitgebreid van alles wat grootstad Brussel een student van de boerenbuiten te bieden heeft. Hij is een schitterend student en graag gezien bij de docenten wat o.a. blijkt uit het feit dat hij tijdens zijn laatste jaar gevraagd wordt om mee te werken aan de ontwerpen van de docenten. Na zijn studies wordt hem meermaals gevraagd om tijdens de eindexamens in de jury te zetelen. De directie doet hem ook een aantal keer een aanbod om docent te worden aan St-Lucas. Hij ziet dat wel zitten want hij wil maar al te graag zijn ervaringen met de studenten delen maar hij houdt zoveel van zijn vak en van het ontwerpen dat hij nooit die stap heeft willen zetten.
Gerard studeert af in 1962 en vervult in 1963 zijn legerdienst bij de luchtmacht in Bevekom. Ook in het leger is hij een graag geziene soldaat omdat hij gratis plannen tekent voor de binnenhuisinrichting of verbouwingen van de woningen van de officieren en onderofficieren. Zo beleeft hij een leuke legerdienst en krijgt hij de benijdenswaardige job om films te draaien in de cinemazaal van de kazerne.
Na zijn legerdienst treedt hij op 26 oktober 1963 in het huwelijk met zijn geliefde Maria Van Braeckel die zijn steun en toeverlaat blijft gedurende zijn hele lange carrière en alle dagelijkse beslommeringen op zich neemt zodat hij zich helemaal kan concentreren op wat hij het liefst doet: ontwerpen. De geboorte van dochter Katrien in 1970 maakt hun huwelijksgeluk compleet.
Zijn carrière als architect start in 1963-1964. Zelfs in dit prille begin maakt hij al heel wat mooie ontwerpen o.a. voor schoolkameraden, vrienden, kennissen en dorpsgenoten. Bij het snuffelen in zijn archieven ontdekken we dat hij in de periode van 1964 tot 1969 al meer dan 60 woningen ontwierp.
In 1967 tekent hij een woning voor de schrijver Hubert Lampo toen die naar de Kempen verhuisde en in Grobbendonk ging wonen. Lampo wijdde ooit een artikel aan zijn woning. Wij hopen dat nog ooit ergens te vinden.
De huizen die hij in deze periode ontwerpt, hebben een tijdloos concept en zijn vandaag nog altijd heel mooi. De eigenaars die wij tijdens onze zoektocht naar zijn huizen ontmoeten, zijn nu nog altijd heel tevreden over hun droomwoning. Heel wat van zijn klanten uit die tijd vragen hem jaren later nog om hun woning te vergroten of te verbouwen. De vertrouwensrelatie en de samenwerking met Gerard is meestal zo intens dat heel wat kinderen en zelfs kleinkinderen van zijn eerste klanten ook hun huis door hem laten ontwerpen.
Als Gerard in St-Lucas studeert, wordt hij gefascineerd en geïnspireerd door de Franse architect Le Corbusier. In Gerards fotoboeken vind je meerdere foto’s van de kapel Notre Dame du Haut in Ronchamp in de Vogezen. Ook de gebouwen van de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright maken een grote indruk op hem en beïnvloeden zijn bouwstijl.
De moderne bouwstijl waaronder de stijl van Gerard zou kunnen gecatalogeerd worden, noemt men postmodernisme. Postmodernisme volgde op het modernisme, een bouwstijl die gekenmerkt werd door het veelvuldig gebruik van beton. Met deze nieuwe stroming protesteerden de architecten tegen de kilheid van het modernisme. Architecten worstelden met het strakke keurslijf van de moderne stijl en hunkerden naar meer architectonische vrijheid.
Zijn docenten in St-Lucas waren blijkbaar grote bewonderaars van het modernisme en het is misschien daarom dat Gerard in veel van zijn ontwerpen graag gebruik maakt van beton. Zijn eigen woning is daar een goed voorbeeld van.
Tijdens zijn indrukwekkende loopbaan van meer dan 45 jaar evolueert Gerards bouwstijl voortdurend. Zijn ontwerpen worden steeds gedurfder en het is zelfs voor een niet-kenner niet moeilijk om de huizen die door hem ontworpen zijn tussen de vele andere terug te vinden. Zijn stijl is uniek en geen enkel van zijn huizen heeft hetzelfde ontwerp. Wie met Gerard bouwt, krijgt een uniek concept. Mensen die modern wilden bouwen en de Kempen doorkruisten op zoek naar een voorbeeld voor hun toekomstig droomhuis, kregen bijna overal waar ze aanbelden maar één naam te horen: Gerard Cools.
Vanaf de jaren ’70 kenmerkt het spel van schuine vlakken en sterk hellende daken, dikwijls tot tegen de grond met lange stroken glas voor veel lichtinval, zijn stijl.
In de periode ’80-’90 ontwerpt hij een aantal huizen in de vorm van piramides. Gerard reist een aantal keer naar Egypte en is lange tijd in de ban van alles wat met de geschiedenis , architectuur en cultuur van dat land te maken had. Zijn bewondering voor de indrukwekkende Egyptische bouwwerken en het mysterie van de piramides heeft zijn architectuur zeker beïnvloed.
In de periode ’90-2000 krijgen zijn ontwerpen dan weer een heel andere, soms zelfs gewaagde en innovatieve vorm. Zo bouwt hij een paar woningen die zo speciaal zijn dat de mensen die in de buurt wonen er een naam voor bedenken nl. ‘De lichttoren’ in Heultje en ‘de UFO’ in Ramsel.
Tussen ‘2000 en 2009 bewijst hij dat hij ondanks zijn al gevorderde leeftijd nog prachtige huizen en gebouwen kan ontwerpen die allemaal schitterende voorbeelden zijn voor de hedendaagse architectuur.
Ik doe hierboven een poging om de bouwstijl van mijn broer te beschrijven maar als leek op gebied van architectuur blijft mijn beschrijving zeker onvolledig. Misschien willen de vele architecten die bij hem stage deden , hier wel een steentje toe bijdragen en mij een betere beschrijving bezorgen. Bij een aantal van zijn projecten op de website vind je mooie artikels van Colette Demil, een journaliste van De Standaard die de architectuur van mijn broer een warm hart toedroeg. Zij kon als geen ander zijn bouwstijl beschrijven. In het artikel dat ze schreef over ‘de lichttoren’ in Heultje-Westerlo vind je de volgende passage die ikzelf het meest typerend vind voor mijn broers visie op architectuur. Architect Gerard Cools is een harde werker, maar ook een levensgenieter die graag reist, lacht, anekdotes vertelt en luistert. En ook die laatste eigenschap is belangrijk. Vooraleer “de Gerard”, zoals de meeste ex-opdrachtgevers hem noemen, achter de tekentafel gaat zitten, heeft hij lange gesprekken achter de rug. Op een gemoedelijke wijze peilt hij bij de toekomstige bouwheer naar zijn wensen, verwachtingen en levenswijze. Elke opdracht is volgens de architect uniek omdat ook elke opdrachtgever zijn specifieke eisen en gewoonten heeft. Cools tracht daarop in te spelen door huizen te tekenen, die zowel door hun vormgeving als materiaalkeuze heel verscheiden zijn. Als architect is het er hem niet om te doen een eigen herkenbare stijl te ontwikkelen en zo de wegen te plaveien met projecten, die de naam van hun ontwerper etaleren. Liever levert hij woningen af, waarin de bewoners zich thuis voelen en waarop zij hun eigen stempel drukken. Dat betekent echter niet dat de architect bereid is om het even welke opdracht te aanvaarden. Bouwheren die op zoek zijn naar een fermette komen niet meteen bij hem terecht. Aan het beschikbare budget tilt hij niet zwaar. “Het is best mogelijk voor een kleiner budget een aantrekkelijke woning af te leveren”, zegt Cools” “Alleen vergt het als architect meer inspanningen omdat je binnen strikte grenzen moet ontwerpen, goedkope oplossingen moet bedenken en met budgetvriendelijke materialen moet werken. Op dat ogenblik is ook het kritisch vergelijken van offertes belangrijk.”
Gerard bracht ontelbare uren door achter zijn tekentafel. Zijn gedetailleerde, dikke lastenboeken waarvoor hij gekend was, schreef hij aanvankelijk allemaal met de hand en liet ze daarna typen. Als hij met zo’n lastenboek klaar was, zag je dat aan zijn vingers. De vingers waartussen hij zijn onvermijdelijke zwarte balpen klemde, waren dan omzwachteld met pleisters die zijn blaren bedekten. Toen de computer zijn intrede deed, leerde hij werken met Word en waren de blaren verleden tijd. Al snel leerde hij ook met de computer tekenen en belandde de tekentafel in de kelder. Hij was een autodidact en terwijl veel architecten van zijn leeftijd er de brui aan gaven toen de ingewikkelde tekenprogramma’s hun intrede deden, deed hij dapper door en vertelde iedereen dat hij nooit met pensioen zou gaan want dat ontwerpen zijn lang leven was. Hij is inderdaad nooit met pensioen gegaan…. Die wilskracht, dat doorzettingsvermogen en die ongebreidelde creatieve geest maken dat ik een grenzeloze bewondering had en heb voor mijn broer. Hij verdient het als geen ander om als één van de beste moderne architecten van de Kempen genoemd te worden.
Jef